eenentwintig bochten

als ik de Alpe naar boven rijd
dan beeld ik mij vaak in
dat ik van iedereen win
en word gekroond tot berggeit

Coppi klop ik in bocht één
Joop versla ik in bocht twee
Kuiper doet voor mij niet mee
Sastre los ik haast meteen

Winnen bijt zijn tanden stuk
wanneer ik demarreer
ik doe alle favorieten zeer
ook Rooks heeft geen geluk

zelfs Pantani, de piraat
ziet met lede ogen aan
hoe er langzaam aan
een gat met mij ontstaat

dan plotseling gaat het vlug
als het zuur tot aan de oren
mijn dromen komt verstoren
schakel ik een tandje terug
ik rijd toch niet meer van voren