De laatste rit

keuvelende veulens, uitgestormde stieren slaven
als knechten van de almachtige Tour nog één keer
hun heilloos lijkende weg naar het gezalfde eindpunt

een niet te bevatten rustpunt na onnavolgbare weken
vol geweld puisten valpartijen massage gevloek
sprintersgeweld klimtijdritten verwaaide renners

de ronde missen vergoeden veel daarbij met
hun roodgerande tootlippen laten voor eeuwig
tijdloos geappte roem op beide wangen stralen

de volgende dag een even later vergeten column
voor de schlemiel der schlemielen zonder de geur
bloemen en niet de glorie doordrenkt van olie

geen marsepein voor het zitvlak van de verdwaasden
geen masseur voor de kromme benen van de roekelozen
geen odeur voor de stramme lijven van de zwetenden

maar innerlijke trots en duizenden kilometers
sluipt in hun binnenste hang naar voldragen leed
met de glimlach van voldaanheid na ieder eindpunt

de Tour als heilige graal van voldragen moed


Kees van Meel