De col

de twee pedaleren in het begin van hun reis
de bergen rijzen snel naar een hemelhoogte
de pedalen zweten met de malende koppen
ze fietsen gestaag voor de allerhoogste prijs

tussen maaiveld en de hemel en al op de helft
de zwaarste etappe op het point of no return
laat de jongen de ketting langzaamaan vieren
het meisje niet stoempt van Leiden naar Delft

heel even nog en zij kan de wolken bijna raken
hij lijdt en berust al in een gesloten hemelpoort
het meisje op haar beurt klopt eens stevig aan
de jongen kruipt op hoogte wil niet echt verzaken

zij wacht nog want het was onze reis voor twee
maar nergens is een Petrus bij de houten poort
een straffe wind waait slechts ijzig koude regen
reden voor twee ze suizen kussend naar benêe


Bert Struyvé