Fietsen in Lommel

fietspaden omzoomden bos
en veld, elke wind gebroken
door heg en boom

zelfs jij, mijn lief, niet gewend aan duwen,
vond het zalig zo te glijden en nergens
verloren we een knooppunt
uit het oog: de borden van Limburg
spraken hun langzame taal

we overschreden een grens
zonder van een grens te weten
behalve zo’n kegel in het gras:
die droeg zijn eigen wapen

neen, nergens gleden we
zo zalig aan de tijd voorbij:
de vooravond viel met de voormiddag
samen, alleen een serveuse
sprak op de noen een ander accent

en Lommel blonk uit met roze asfalt
na de grensweg die op en neer ging
en links en rechts het spoor volgend
van de bomen

geloof me, lezer: ben je een fietser,
kom hier dan dromen – doch val niet
in slaap want onverwacht duikt
na een bocht een verwante op,
ook zo’n dromer met een fietsheld in z’n kop


Staf de Wilde