Boonen klonen

Bij het afscheid van Tom

Wielerreus in het vlakke land van Brel,
brok graniet op wild wentelende wielen,
Kempense mond die heerlijk eerlijk praat,
rouleur pur sang met duivelsdijen:
ik groet je dankbaar bij je koersafscheid.

Maar ik treur en ik zal je missen, Tom, heel erg zelfs
want je stevig karkas brak elke nieuwe lente open,
telkens weer huilden de ontwakende hellingen
onder het geselend ritme van je knallende kuiten,
de kasseien krompen koortsig in hun stenen vel,
koeien en paarden holden wild over weiden,
kinderen die amper konden spreken riepen je naam
en smachtende vrouwen knielden voor je neer,
vormden door en voor jou hun stoutste dromen om
tot lichamen die in lichterlaaie stonden en
slechts met moeite konden worden geblust.

.

Een koersgod was je, een keizer en koning op carbon,
een zegen voor elk ongenadig koerskennersoog,
gehuld in fors Belgisch zwartgeelrood of
met alle kleuren van de regenboog om je borst
gleden de modder van het Bos van Wallers-Arenberg
of het wild opwaaiend stof van Mons-en-Pévèle
van je af als water van een zwaan,
de betonnen piste van Roubaix zinderde onder
de mokerslagen die door je kuiten en voeten
naar de knarsende pedalen werden gejaagd,

Koppenberg,Oude Kwaremont en Muur baarden
muizen onder de terreur van je razende wielen,
je deed kettingen kraken en remmen reutelen
wanneer je hen krachtig tegen de velgen duwde
om door je snelheid niet uit de bocht te gaan.

Het zal veel meer dan zo maar even wennen zijn
aan een peloton waarin je niet meer te bespeuren bent,
de kranten zullen kleurloze en saaie verhalen vertellen
over mannen die altijd in je schaduw hebben gefietst en
die nu plots haast glansloos winnaar zijn geworden,
aan start en finish zal het klassieke reikhalzen ontbreken
want wie zal er buiten Sagan nog zijn om naar uit te kijken,
chique dames zullen zich in hun verlaten vlees verliezen,
verveelde kinderen zullen hun ouders vergasten
op het gegil van kleine Oskar uit Die Blechtrommel,
in cafés zal beduidend minder bier worden gedronken en
men zal de truien van je ploeg niet meer kwijt kunnen
aan de straatstenen, hoogstens aan clochards
die vestimentaire hoogstandjes verfoeien.

Ik smeek je, Tom: word opnieuw twintig,
laat je kundig klonen en keer terug in het peloton,
blijf nog lang over de koppigste kasseien dokkeren en
de verweesd achtergebleven hellingen bestormen.
Als het kan tot in de wielereeuwigheid.
Amen.


Willie Verhegghe